Tot snel, pareltje - Reisverslag uit Baarn, Nederland van Naomi Joosten - WaarBenJij.nu Tot snel, pareltje - Reisverslag uit Baarn, Nederland van Naomi Joosten - WaarBenJij.nu

Tot snel, pareltje

Door: Naomi

Blijf op de hoogte en volg Naomi

23 Juni 2014 | Nederland, Baarn

Lieve mensen,

Ik ben alweer toegekomen aan mijn laatste blog, geschreven vanuit Nederland dit keer! Tenzij ik de behoefte krijg om over de omgekeerde cultuurshock te schrijven, al krijg ik na drie weken Nederland de indruk dat die reuze meevalt;). Wat zijn de laatste weken voorbijgevlogen! Ik zal beginnen bij het begin.

Maandag 5 mei (wat klinkt dat ver weg!) hebben Tara en ik onze FONUDI collega’s wat powerpoint skills geleerd, ze hebben een eigen powerpoint gemaakt en een presentatie gegeven. Ook gingen we verder met de uitleg van InDesign, de deadline van de allereerste FONUDI Newsletter zat eraan te komen! Toen we ’s avonds in restaurant Sankofa zaten en we het nieuwe wifi wachtwoord ‘birthday soon’ intikten, beseften we opeens dat we de verjaardag van Ken helemaal vergeten waren. Wat stom! We bedachten om wat kadootjes te regelen en deze de volgende ochtend te geven, en te doen alsof we ons van geen kwaad bewust waren. Het perfecte kadootje voor Ken; beltegoed. Hij is namelijk verslaafd aan zijn twee telefoons. Dusss we belden collega Calvin om te vragen welke provider Ken gebruikte. Uiteraard antwoorde Calvin met ‘Let me give you to Ken!’. Neee dit was dus niet de bedoeling. Uiteindelijk is het allemaal goed gekomen en hebben we beltegoed in een ballon gestopt, samen met een ketting met een kruis (Ken is zeer gelovig) en een verjaardagscake. De volgende ochtend gaven we de kadootjes op kantoor, en het bleek dat we niet de enige vergeetachtigen waren; onze collega’s hadden geen flauw benul dat Ken vandaag (eigenlijk gisteren) jarig was. De geplande trip naar de village zat er helaas niet in, er was geen geld voor benzine. Ik, als rijke muzungu, had dit wel maar Eye 4 Africa stond het niet toe dat we geld bij zouden leggen. Uiteindelijk hebben we Ken’s familie bezocht, zijn we naar wat winkeltjes geweest om onder andere een voetbal voor de weeskinderen in de village te kopen, en hebben we verder gewerkt aan de Newsletter in InDesign.

Woensdag, de dag dat we wel naar de village konden vertrekken, kwam Ken ons het tragische nieuws brengen dat zijn buurman de avond ervoor was overleden aan een motorongeluk. Dit zette mij wel even op scherp. De rit die ik achterop de motor moest maken, van en naar de village, was alles behalve veilig. Onverharde wegen, vol kuilen en oneffenheden, waar we overheen scheurden in hoge snelheid. Helaas heb ik geen passende helm kunnen scoren, maar sinds die ochtend hebben we Ken en Calvin wel op het hard gedrukt minder hard te gassen. Na wat oponthoud vanwege een enorme regenbui kwamen we aan. Zoals altijd werden we weer hartelijk ontvangen. De kinderen waren reuzeblij met de echte voetbal (tot voor kort kenden ze alleen een bal gemaakt van takken), en de poster waarop ik een poppetje had getekend met de engelse namen van lichaamsdelen was ook een succes. De uitvoering van het liedje ‘Hoofd, schouders, knie en teen’ verging de kindjes steeds beter! In een discussie met dorpbewoners, waarin we vroegen wat wij konden betekenen in de korte periode dat we bij FONUDI stage liepen, kwam naar voren dat ze het meest hadden aan een schoolgebouw, een ziekenhuis en waterputten. Dat ging helaas niet. Sommige Oegandezen denken dat we een soort superkrachten hebben, vanwege onze huidskleur. Was dit maar zo.. Uiteindelijk hebben we kunnen helpen met verschillende schoolmaterialen, om te investeren in het schooltje en de jeugd. Deze generatie staat immers voor de ontwikkeling van Noord Oeganda. Hierna vroegen de dorpelingen ons veel over de westerse wereld. Hoe straffen wij onze kinderen, hoe is het gesteld met de landbouw en hoe gaat het huwelijk in zijn werk. Men blijft verbaasd over het feit dat een man geen geschenken hoeft te geven aan zijn schoonfamilie, hier zijn een stuk of 8 koeien gebruikelijk.

De volgende dag stonden een bezoek aan de gemeente en een oorlogsdocument op de planning. Hierna hebben we les gegeven aan de weeskinderen over het lichaam en hebben we een ballonnen race gedaan. Dit vonden ze geweldig. De dag werd afgesloten met een traditionele dans, speciaal voor ons uitgevoerd.

Vrijdag (9 mei) vertrokken met de bus van 7 uur naar Kampala, toch waren we niet op tijd voor de intervisie om 14.00. Na de intervisie was er een BBQ met alle Nederlandse studenten bij Marinka, 1 van de Eye for Africa coaches. De weg ernaar toe was hilarisch. Een stoet van boda’s met alle muzungu’s. De mannen maakten er een wedstrijdje van, de vaart zat er lekker in. We kwamen aan bij een grote poort met oprijlaan. Wat een enorm huis. We konden gelijk merken dat hier een blank gezin woonde. Uiteraard hebben we enorm genoten van al het lekkers, weer eens wat anders dan het lokale eten. Na de bbq zijn we gezellig naar de club geweest met de hele blanke stoet.

Na een kort nachtje vond op zaterdag ochtend een individueel coaching gesprek met coach Mirjam plaats, waarin we het vooral gehad hebben over de terugkomst in Nederland en wat er eventueel verandert aan mijn toekomst na deze Oeganda ervaring. Goed om bij stil te staan, ik ben zeer benieuwd of ik me echt zo ga irriteren aan de Nederlandse cultuur en of ik ooit een project ga opzetten in een ontwikkelingsland! Hierna hebben we met wat andere studenten dé moskee van Kampala bezocht, welke een geschenk was van niemand minder dan Gaddafi. Nadat we geheel in stijl aangekleed werden (wat lijk ik toch vreselijk veel op een echte moslima met hoofddoek op) betraden we de reusachtige moskee. Uiteraard op blote voetjes. Wat een prachtig gebouw, tot in de kleinste details uitgewerkt. De man die ons alles liet zien en vertelde, was erg komisch. We hebben z’n gezang uit de koran veelvuldig mogen aanhoren. Na een rondleiding door het immense gebouw, klommen we omhoog in een torentje, waarna we een prachtig uitzicht over Kampala hadden, vanaf het grootste punt van de stad. De dag sloten we af met een overheerlijke pizza en een potje pool onder het genot van Nile Special.

Zondag verkeerden Tara en ik in een verstandige bui en hebben we een bezoekje aan het internationale ziekenhuis van Kampala gebracht. Toch wel een goed idee om haar pols even te laten checken, aangezien de val al drie weken geleden was en het nog steeds niet goed voelde. Gelukkig was er niets gebroken, we hebben een smeerseltje meegekregen (ze geloven hier heilig in medicatie) en konden weer gaan. Wat een verschil met het ziekenhuis in Lira! Deze was voor Oegandese begrippen zeer modern.
Na het korte ziekenhuisbezoek zijn we gaan shoppen, tja, dat moet ook gebeuren. Ontzettend leuke souvenirs gescoord! En beeldige jurkjes. Wat alleen vervelend was, is dat ik de rekening niet kon betalen. Er was een powercut sinds 21.00 uur de avond ervoor, wat betekent dat de pinautomaten het ook niet doen. Oepsie, niet over nagedacht. Gelukkig kon ik aan het eind van de middag weer pinnen en de drie volle tassen alsnog afrekenen. Na wat potjes pool met Guido (we kregen de smaak te pakken) zijn we gaan eten bij een ‘shawarma’ restaurant. Komisch hoe ze sommige dingen schrijven hier. Nog komischer dat het restaurant helemaal geen shawarma verkocht.

Maandag waren we van plan de bus van 12.00 naar Lira te pakken, we hadden zelfs voor de eerste keer geboekt! Aangezien het de vorige keer mis ging en de bus al vol zat. Toch hebben we de bus gemist. Onze taxi chauffeur verscheen te laat bij het hotel en het verkeer werkte niet echt mee. De bus stond er nog toen we aankwamen, maar de o zo vriendelijke mevrouw achter de balie (not) had de tickets al aan anderen verkocht. Lekker dan. De volgende bus ging om 15.30 maar dit zagen we niet helemaal zitten. Het regende al de hele dag keihard, en een groot deel van de rit is over onverharde wegen. Een grote modderpoel dus, waarbij de kans op een ongeluk vele malen groter is. Hierbij zou het merendeel van de reis in het pikkedonker zijn, en zouden we pas rond middernacht aankomen in Lira. We besloten om de bus de volgende ochtend te pakken. Wel erg balen, we hadden nog zo weinig stagedagen te gaan, en nu viel er weer een dag af. Het goede nieuws was dat we nog een dagje konden shoppen, en ’s avonds weer lekker uit eten konden gaan met Guido.

Wonder boven wonder hebben we die dinsdag maar 6,5 uur over de busrit gedaan. Onderweg heb ik met telefoon gewisseld van een Oegandees. Leuk om elkaars muziek te beluisteren. Minder leuk was, dat de vrouw naast me de hele weg heeft zitten kotsen. Wat was ik blij met die muziek in mijn oren.

Woensdag was de deadline van de newsletter. Hij is erg leuk geworden! Gaaf om meegewerkt te hebben aan de allereerste nieuwsbrief van FONUDI, en ze op weg te helpen met degenen die gaan volgen. Voor een bedrijf of organisatie in Nederland is een nieuwsbrief niet zo’n big deal, maar voor een Oegandese organisatie als FONUDI betekent het ontzettend veel! ’S avonds hebben we gegeten met onze vriend Morris, bij een luxe hotel om de hoek bij het guesthouse. Was zeer gezellig maar het eten was niet te vreten. Ook was het ontzettend duur. Voor Oegandese begrippen dan. We zijn al zo gewend aan de Oegandese prijzen dat we ons niet meer beseffen dat alles voor Nederlandse begrippen ongelofelijk goedkoop is. Zo kost een pakje sigaretten 2000 shilling, omgerekend 60 cent(!). Dankzij Morris, die boos naar de receptie liep met de rekening in zijn hand, ging er nog een paar duizend shilling vanaf.

Donderdag heb ik gewerkt aan een formulier dat we in de village zouden gaan gebruiken om de weeskinderen te registeren. Alle belangrijke informatie van de kinderen (denk aan; geboortedatum, namen van de ouders en verzorgers, gezondheidssituatie) zou verzameld worden. Hierna vertrokken we met alle collega’s naar het verjaardagsfeest van Ken’s zoontje. Een hele happening. Er waren ontzettend veel speeches en gebeden, naast twee dj’s was ook de burgemeester aanwezig. Het zoontje Jabeth, dat zes jaar was geworden, werd flink in de watten gelegd. Hij kreeg een enorme hoeveelheid cadeaus. Het blijft gek, die enorme contrasten die je soms in Oeganda ziet. De een heeft zijn verjaardag nog nooit gevierd, en bij de ander is het een groot spektakel. Tijdens het feest zijn Tara en ik nog omgedoopt, vanaf heden luidt mijn naam; Akello Naomi!

Vrijdag, na de prachtige geprinte versie van de newsletter bewonderd te hebben, maakten onze collega’s slim gebruik van onze snelle typkunsten. We hebben de dag gespendeerd met het overtypen van verschillende documenten, zodat ze deze digitaal hadden en konden aanpassen. Hierna vertrokken we naar Eric’s bar voor een gezellige avond met badminton, eten en poolen.

Zaterdag hebben we uitgebreid geshopt om alle afscheidkado’s in te slaan. We hebben voornamelijk fotocollages laten afdrukken; voor Adicho en Walter van Art for Children (onze eerste stage die helaas is stukgelopen), voor David (onze guide bij het guesthouse) en een aantal voor al onze collega’s bij FONUDI. Die avond namen we afscheid van Walter en Adicho. Eerst brachten we een bezoekje aan Walters huis, bestaande uit 1 piepklein kamertje. Na een etentje bij een restaurant in de stad vertrokken we naar Pacific, een hotel waar de hele avond bekende artiesten zouden optreden. Toen ik om de hoek bij het toilet een sigaretje ging roken (het is allesbehalve gebruikelijk om en public te roken, zeker als vrouw), raakte ik aan de praat met een aantal hip uitziende rastamannen. Het bleek al snel dat ik stond te kletsen met de meeste beroemde artiesten uit Oeganda; Radio and Weasel! Ze zijn enorm bekend in Oeganda, maar ook internationaal. 28 juni treden ze op in Amsterdam, waar ik zeker heen ga. De manager heeft mijn contactgegevens om elkaar te ontmoeten voor of na het optreden. Er was ook een artiest aanwezig die Nederlands kon praten, zijn Poolse ex-vrouw en kind wonen in Nederland. Erg grappig, een Oegandees die Nederlands praat. In club 24/7 waar ik na Pacific heen ging, kwam de eigenaar Uhuru (met wie ik inmiddels goede maatjes was geworden) naar me toe. Er werd gevraagd of ik in de ‘VIP-ruimte’ kwam zitten. En ja hoor, alle bekende artiesten die optraden bij Pacific zaten er, inclusief Radio and Weasel. Daar zat ik dan, tussen de rappende mannen. Er ging namelijk een microfoon rond. Heel gaaf om mee te maken! Er werd flink gestaard, ik was immers de enige blanke in de club, samen met deze bekende mannen. Zeker toen Weasel met me wilde dansen tussen ‘het gewone publiek’, was de aandacht voor ons groot. De dagen erna ben ik nog veel aangesproken. Hoe dan ook, een bijzondere ervaring!

Zondag, na 3 uurtjes slaap, vertrokken we naar het enige zwembad in Lira met alle FONUDI collega’s, ter afscheid. Toen we aankwamen werden er twee kinderen gedoopt, nog even wachten tot we konden zwemmen dus. Afgezien van de vele aanrandingen onder water, was het een geweldige dag! De meeste Oegandezen kunnen niet zwemmen, ik heb het dan ook aan een aantal geprobeerd te leren. Dit ging niet altijd even gemakkelijk, degenen die niet kunnen zwemmen zijn nogal bang voor het water en hebben de angst te verdrinken. Na afloop zijn we, op kosten van Tara en mij, uit eten geweest bij een lokaal restaurantje.

Maandag hebben we de foto’s van de dag ervoor uitgebreid bekeken met onze collega’s op kantoor, ze konden er geen genoeg van krijgen! Het kantoordagje werd onderbroken voor een bezoek aan Unity FM, het grootste radiostation van Lira. Bij de verjaardag van Jabeth hadden we een journalist ontmoet, die tevens bij Unity had gewerkt, en ons dit radiostation graag wilden laten zien. Hier zeiden we uiteraard geen nee tegen! Na aankomst stonden we binnen een half uur in de studio en waren we live op de radio. Hoe gaaf! Zeker toen de manager vertelde dat Unity gemiddeld zo’n 2,7 miljoen luisteraars heeft. Na ons Oegandese radiodebuut zijn we weer naar Erisa bar gegaan. We hebben er heerlijk gegeten (de vriendin van Eric kan koken als geen ander), en potjes badminton en pool gespeeld. Verder wilde Eric Tara en mij een film laten zien over de oorlog, deze film bleek ‘Wit licht’ met Marco Borsato te zijn. Grappig dat hij een Nederlandse film had uitgezocht, zonder dit te weten.

Dinsdag vertrokken we, voor de laatste keer, naar de village. Best emotioneel. De allerarmsten voor de laatste keer bezoeken, alle kinderen en mensen die een speciaal plekje in je hart gekregen hebben. Dit keer gingen ook Eric en Hanifa mee. Ken had een grote truck geleend, waar we in de laadbak konden zitten. Samen met een enorm schoolbord en andere materialen voor het schooltje die we hadden gekocht. Daar gingen we, voor de laatste keer. Hobbelend over onverharde paadjes door de prachtige natuur. De dorpelingen waren ontzettend blij met de cadeaus, het schoolbord werd gelijk uitgeprobeerd. Hierna gingen we snel over op het afnemen van de formulieren. Alle weeskinderen en hun verzorger moesten op de foto werden gezet, en alle vragen over de kinderen beantwoord. Een heel werkje! Hierna heeft een vrouwendansgroep voor de laatste keer een traditionele dans opgevoerd. Het afscheid was moeilijk, we hebben deze mensen zo veel hoop gegeven maar kunnen eigenlijk weinig voor ze betekenen. Ik heb ze op het hart gedrukt dat ik nog eens terug kom, ook zal ik FONUDI blijven steunen waar mogelijk.

Woensdag stond in het teken van het digitaliseren van de formulieren die we de dag ervoor hadden ingevuld. Ook moesten alle foto’s van de kinderen aan de juiste formulieren worden toegevoegd. Hier waren we de hele dag zoet mee. Die avond had Tara afgesproken met een journalist, en ik met Morris. Na een etentje en (ja hoor) wat potje pool, zijn Morris en ik voor de laatste keer naar 24/7 gegaan. Gek, de laatste keer vertoeven in mijn ‘stamclub’.

Donderdag was onze laatste stagedag. Nadat we de laatste formulieren hadden ingevoerd, vertrokken we met alle meiden naar de markt om inkopen te doen voor.. HUTSPOT! Op deze laatste dag wilden Tara en ik ze een typisch Nederlands gerecht voorschotelen. Wat een werk. Kilo’s en kilo’s aardappelen en wortels moesten geschild worden, met botte messen. Aan spijplanken doen ze in Oeganda niet, en we hadden maar 1 klein kookstelletje met kolen ter beschikking. Met de hulp van de meiden is het allemaal goed gekomen, ze vonden het heerlijk! Het is verbazingwekkend hoeveel de Oegandezen voor elkaar krijgen, met zo weinig middelen. Het kan ook allemaal best zonder alle luxe die we hier kennen. Ken riep ons, hij wilde dat we mais gingen planten naast het kantoor, zodat we er zouden ‘voortbloeien’. Een mooi gebaar. De zaadjes die ik van mijn vriendin Floor heb meegekregen vanuit Nederland, heb ik naast het guesthouse geplant. Na heel wat speeches, en de cadeaus ze in ontvangst namen, was het dan toch echt tijd voor afscheid. Ik heb het niet droog kunnen houden, binnen korte tijd ben ik echt gaan geven om deze mensen. Ik hoop dat ik ze nog eens zal ontmoeten!

Dezelfde avond pakten we onze koffers in (wonder boven wonder gingen ze dicht) en vertrokken we naar Kampala. We kwamen vrijdag ochtend aan, om direct in ons hotelbed te duiken. Tijdens de nachtelijke rit hadden we namelijk geen oog dichtgedaan. Die middag hadden we de goodbye meeting met de Eye 4 Africa coaches en andere studenten. Hierna gingen we, voor de allerlaatste keer, uit met z’n allen. Zaterdag ochtend vertrokken we naar Jinja, voor ons raftavontuur over de Nijl. Wat een andere wereld! Heel veel toeristen, en ook een stuk minder armoedig dan Lira. Toch ben ik erg blij dat ik stage gelopen heb in Lira, en niet in Kampala of Jinja. Ik heb nu wel het echte Oeganda leren kennen. Na een heerlijke lunch, en het afgaan van de vele souvenir winkeltjes, zijn we met meiden die in Jinja stage lopen uit eten en uit geweest. De ochtend erna werden we wakker in backpackers, een accommodatie op een adembenemend mooie plek aan de Nijl. We werden opgehaald met een soort golfkarretje, die ons naar plek bracht waar het raften begon. Vanuit daar vertrokken we met een grote jeep, met de boten achterop. Wat was het geweldig! Echt een super ervaring. Ik ben drie keer omgegaan, best spannend nog want het water is wild en je wordt door de stroming telkens hard omlaag getrokken. Iets minder is dat ik mijn camera in Jinja heb laten liggen, gelukkig heeft Guido deze later opgehaald voor me.

Dezelfde avond vertrokken we terug naar Kampala, om na een korte stop bij het hotel en een restaurant naar ‘Red chili’ te gaan. Red Chili verzorgt vele safari’s en het startpunt bevindt zich in Kampala. Een prachtig gebouw met zwembad, met vele kamers met stapelbedden. We sliepen met 6 op een kamer, de ochtend erna vertrokken we met een busje naar Queen Elisabeth voor een 4-daagse safari. Het was een lange trip! Voordat we bij Simba lodge (onze accommodatie) aankwamen, konden we op de evenaar staan. Wist je dat je op de evenaar 6 kilo lichter bent? En dat als je een flesje water op de evenaar legt, deze tegen de klok in rondjes gaat draaien?

Dinsdag, de eerste dag van safaria, begon met een community walk. Hier waren we niet zo blij mee, we hadden al wekenlang in de community gezeten en vonden het maar gek om als toeristen een rondleiding door een dorpje te krijgen. Hierna begonnen we aan onze eerste gamedrive door het park. Doel; zo veel mogelijk dieren spotten. Queen Elisabeth is een prachtig wildpark, aan de grens met Congo. Het park, met een oppervlakte van 2000 m2, bestaat uit een heuvelachtig landschap met heuvels tot wel 5000 meter hoog. Er bevinden zich zo’n 620 soorten (roof)vogels! We hebben tijdens de eerste rit dan ook veel prachtige vogels gezien, naast buffalo’s, een leeuw(!) met zijn vrouwtje, olifanten van zeer dichtbij, aapjes en antilopes. Tijdens een boottocht over de Nijl, vergelijkbaar met die bij Murchison Falls, hebben we naast alle nijlpaarden en krokodillen wel 60 olifanten langs de waterkant gezien! Erg indrukwekkend. Woensdag stond chimp tracking op het programma. We gingen een prachtig woud in, samen met twee mannen met geweren, op zoek naar chimpansees. We hadden geluk, naast allerlei soorten apen die we al hadden gespot, stond ik even later onder een boom waar wel 24 chimps inzaten. Via afdrukken in de modder en geluiden was onze guide ze op het spoor gekomen. De chimps waren echter niet zo gesteld op ons bezoek, we werden bekogeld met takken en besjes. Queen Elisabeth was een prachtige afsluiting van mijn Oeganda avontuur! Die vrijdag erop hebben we meegewerkt aan een onderzoek en zijn we voor de aller- allerlaatste keer uitgeweest in Kampala. Tijdens onze laatste dag, zaterdag, hebben we aan een zwembad met uitzicht over het Victoriameer gelegen. ’s Avonds laat werden we, samen met Guido (zijn vrouw kwam die nacht heel toevallig aan in Oeganda met het vliegtuig waarmee wij naar Nederland zouden vliegen) opgepikt met de taxi, om te vertrekken naar het vliegveld.

De bijnaam ‘Parel van Afrika’ is terecht. Niet alleen vanwege de overweldigende natuur, maar des te meer door de mensen, cultuur en de algehele manier van leven. Wat zal ik dit pareltje missen. De prachtige groene heuvelachtige landschappen die zich kilometers ver uitstrekken, de (tamme) wilde dieren. De ontzettend lieve mensen, die je het gevoel geven dat je onderdeel bent van de hechte community. Het avontuurlijke, je ziet wel wat de dag je brengt en alles komt wel op z’n pootjes terecht. De ongedwongen manier van leven, er zijn geen regeltjes of structuur. Ieder doet z’n ding en niemand let op je. Het tempo, haasten is zonde van de tijd. De onverharde wegen met onmogelijke kuilen en gaten. Alle gebreken, die het leven hier tegelijkertijd zo naar mijn zin maken. Waarom stoplichten, verkeersborden en straatverlichting als het ook zonder kan? Natuurlijk is Oeganda in vergelijking met onze westerse wereld armoedig, en zijn er veel problemen die aangepakt moeten worden. Maar het leven in een hutje van koeienstront zonder water, stroom, toilet of douche heeft toch echt wel wat. Het draait immers niet om materieel, maar om het leven en elkaar. Alles eromheen, zoals technologie, doet er niet toe. Wat ga ik de relaxte manier van leven hier missen. Even een mango, banaan of passievrucht van de boom kunnen plukken. Achterop een boda boda zitten. Onbegrijpbare maar komische teksten op matatus (taxi busjes) als; ‘Papa what’s next’, ‘Gods plan’, ‘Please invest’, ‘Red devils’, ‘Ever smart’, ‘Do you remember’ en ‘Man united’. (Deze leuzen kwam ik tegen op 1 straat in Kampala). Rondrijdende speakers en rappers. De schattige kindjes die zwaaien en al MUZUNGUUUU roepend met je meerennen. De creativiteit; het inzicht dat zoveel materiele middelen overbodig zijn en het veel simpeler kan. De vrouwen die met van alles op hun hoofd lopen, van bossen takken tot trossen bananen. Alle rommelige kraampjes, gemaakt van hout en golfplaten. Beschilderde gevels vol met onmogelijke taalvouten. De bedrijvigheid, waar je ook kijkt. Muziek en lawaai dag en nacht. Overstekende koeien, geiten en kippen. De handwasjes, het eten met je handen. De manier van opvoeden, die lang niet zo beschermend is als de onze. Het uitgaansleven, waar men geweldig danst en niemand elkaar veroordeelt. Het sociale aspect, wat hier zo overduidelijk aanwezig is. Elkaar groeten en een praatje maken terwijl je elkaar niet kent, iets wat je in Nederland niet snel meemaakt. De hechte band die je in korte tijd opbouwt met de mensen hier. De powercuts en regenbuien, en de onvoorspelbaarheid die hiermee gepaard gaat. Oegandese mannen met wintermutsen op, terwijl het bloedheet is. Onderhandelen over 1000 shilling (30 eurocent) meer of minder betalen voor een boda ritje. Een potje poolen langs de weg, met de gekke Oegandese regels. Het primitieve koken op kolen. Het lokale eten, geoogst van het land en bereid op straat. Reizen in de laadbak van een truck. Het vervoeren van de gekste dingen per boda of fiets; denk aan en heel bed waar iemand middenin fietst, of 20 kippen aan een stuur. De enorme markten waar je verdwaald tussen ontelbare kraampjes, dicht op elkaar gepropt. De gekke kerstverlichting in restaurants en bars. De vraag ‘Are you sure?’ die je na ongeveer elke zin gesteld wordt. Het hectische verkeer, zonder regeltjes waar alleen de wet ‘ survival of the fittest’ geldt. Het heerlijke taaltje, en de ongedwongen manier van communiceren. Zelfs al het (brandende) vuilnis op straat, en de lucht vol met stof en uitlaatgassen zal ik missen. En de ietwat vreemde tradities. Maar vooral het gevoel dat Oeganda me heeft gegeven. Het thuis voelen. Ontspannen, genieten en helemaal op je gemak zijn. In Nederland draait het allemaal weer om plannen, van alles moeten. Structuur, orde en netheid staan voorop. De focus ligt op opleiding, werk en bezittingen. We zijn misschien welvarender en begaafder, maar is onze manier van leven ook beter? Deze vraag krijg ik niet uit mijn hoofd. Naar mijn mening is er in Oeganda, naast alle problemen, een grotere rijkdom in vele opzichten! Ik weet in ieder geval dat is snel terug wil komen naar dit bijzondere land, tot gauw pareltje. Amari.


Liefs,
Akello Naomi

  • 23 Juni 2014 - 13:46

    Kim Oomen:

    Mooi, vooral het laatste stukje kan ik me erg in vinden! :)


    Tot snel bij Radio and Weasel!?!??

    XXXX

  • 23 Juni 2014 - 13:56

    Naomi Joosten:

    Jaaa ben jij ook van plan te gaan zaterdag?? :D

    Ja bizar he, in Oeganda heb ik nooit heimwee naar thuis gehad. En nu ik thuis ben, heb ik wel heimwee naar Oeganda.. ;)

    XX

  • 29 Juni 2014 - 11:11

    Els:

    Mooi geschreven mooie dochter van me. Wat een prachtige ervaring maar wat fijn dat je weer gezond en wel terug bent, hou van jou!!!!!!!!! mama

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Naomi

Via deze blog pagina wil ik graag mijn ervaringen tijdens de stage bij Art for Children in Lira met jullie delen. Veel lees- en kijkplezier!

Actief sinds 12 Maart 2014
Verslag gelezen: 1942
Totaal aantal bezoekers 6659

Voorgaande reizen:

29 Maart 2014 - 01 Juni 2014

Op avontuur in Oeganda

Landen bezocht: